Een goede voorbereiding van een gesprek is het halve werk. Dit geldt voor slecht nieuws gesprekken, die altijd spanning met zich meebrengen, maar het geldt ook voor alle andere gesprekken. Met een goede voorbereiding, weet je dat je vooraf hebt gedaan wat je kunt om het gesprek goed te laten verlopen, en dat alle externe omstandigheden voor zover het aan jou ligt, goed geregeld zijn. Het zorgt er voor dat je met vertrouwen het gesprek in gaat. Lees hier de tien tips voor een goed gesprek.

  1. Bedenk van tevoren wat jouw doelstelling in het gesprek is. Wat wil je bereiken? Wanneer ben je tevreden? Breng dat voor jezelf zo concreet mogelijk onder woorden, schrijf het desnoods op.
  2. Zorg er voor dat je tijd hebt voor het gesprek. Plan ruim tijd in, zodat je niet op hete kolen zit vanwege een volgende afspraak. Als je tijd hebt, zit je rustiger in het gesprek. Juist door tijd te nemen, toon je respect aan je gesprekspartner: hij is belangrijk genoeg voor je om tijd te reserveren.
  3. Zorg er voor dat je op tijd bent. Dit geeft je de mogelijkheid om even te acclimatiseren voor je begint en ook hiermee toon je respect aan je gesprekspartner.
  4. Zorg voor een rustige ruimte. Het is belangrijk dat je niet gestoord wordt. Dit is jullie moment samen, misschien met een minder leuk onderwerp, en laat dat niet verstoren door externe factoren. Dat betekent dus ook telefoons uitzetten.
  5. Houd tijdens het gesprek je doelstelling voor ogen. Het gesprek kan allerlei richtingen op gaan, dat heb je niet helemaal in de hand, maar als je nog niet je doel bereikt hebt, stuur het gesprek dan weer die richting op. Dit betekent zeker niet dat je niet naar de ander luistert of dat je steeds onderbreekt, maar het betekent wel dat je niet laat afleiden van je uiteindelijke doelstelling. Want als je je doel bereikt, ben je tevreden over het gesprek. Verifieer tussentijds en aan het einde in gedachten in hoeverre je je doelstelling hebt behaald.
  6. Luister! In een gesprek gaat het om spreken en om luisteren. Het één kan niet zonder het ander. Luister goed naar wat de ander te vertellen heeft. Vat het samen en vraag door als je iets niet duidelijk is. Met luisteren geef je de ander ruimte en toon je respect.
  7. Blijf rustig. Let er op dat je geen vooroordelen laat doorschemeren. Benoem de emoties die je voelt en bij de ander ziet, maar laat je er niet door meenemen. Een gesprek waarin boosheid en andere emoties de boventoon voeren, is niet waar je met een goed gevoel op terugkijkt. De vraag is of het wel een echt gesprek is in zo’n geval.
  8. Als je ergens over oordeelt, houd het dan bij jezelf. Jij vindt of voelt iets en niet ‘de mensen’ in het algemeen.
  9. Wees niet bang voor stiltes. Het geeft jou en de ander de gelegenheid om de gedachten te ordenen.
  10. Sluit het gesprek af. Net zo goed als het een begin heeft, heeft het ook een einde. Vat samen wat je afgesproken hebt en verifieer of dat klopt. Bedank de ander voor de tijd.